Actieleren als rode draad - Werkvormen
Kiezen van de juiste werkvorm
- Wat is het?
Deze werkvorm helpt om de juiste didactische vorm te kiezen voor hoogwaardige interactie binnen het leernetwerk en van elkaar te leren. Het draait om het afstemmen van de werkvormen op de leerdoelen, de groep en de context waarin het leren plaatsvindt. - Wanneer kun je het gebruiken?
Gebruik deze overkoepelende werkvorm als je een leerproces wilt inrichten of als je merkt dat het leren van elkaar nog achterblijft. - Hoe werkt het?
- Breng eerst de leerdoelen in kaart. Wat willen de deelnemers leren? Gaat het om kennis vergaren, vaardigheden ontwikkelen of reflectie stimuleren? Voer deze inventarisatie met een kerngroep en een facilitator. De kerngroep levert input vanuit hun eigen praktijkervaringen en kennen de behoeften en dynamiek van de groep goed. De facilitator zorgt ervoor dat de leerdoelen helder zijn, begeleidt de keuze van passende werkvormen en bewaakt de voortgang en dynamiek tijdens de sessie.
- Bepaal de dynamiek van de groep: welke deelnemers zijn er, hoeveel mensen zijn dat, wat is hun ervaringsniveau, en welke interactie is hiervoor nodig?
- Kies passende werkvormen op basis van deze factoren. Voorbeelden:
- Simulaties: Bij complexe vraagstukken waar het fijn is om in gedachten te experimenteren met oplossingen.
- Intervisie: Voor reflectie, ondersteuning en het uitwisselen van persoonlijke ervaringen.
- Gezamenlijk ontwerpen: Wanneer nieuwe kennis en oplossingen gevraagd worden.
- Evalueer de gekozen werkvormen na afloop door feedback van deelnemers te verzamelen, en stel bij waar nodig.
- Wat levert het op?
De juiste werkvorm zorgt voor effectieve kennisdeling, verhoogde betrokkenheid en betere toepassing van de geleerde kennis. Hierdoor worden de doelen van het leernetwerk sneller en efficiënter bereikt. - Waar vind ik meer informatie?
In het document van Kessel & Smit (2000) vind je verdere verdieping over werkvormen die aansluiten bij specifieke leerdoelen: Instrument werken aan kennis